Na de Tweede Wereldoorlog in de jaren ’50 heerste er veel armoede onder de boeren in Zuid-Italië. Grootvader Angelo Paradiso, een van de vele boeren in Puglia, besluit in die tijd zijn heil te zoeken in de wijnbouw en bouwt in 1954 het wijnhuis Cantine Paradiso. Tegenwoordig is Cantine Paradiso een wijnhuis, dat met name bekend staat om zijn gulle, rode wijnen, gemaakt van druivensoorten als Primitivo, Negroamaro en Nero di Troia. Na de oogst worden de druiven ontsteeld en vergist. De gisting plus schilweking vindt plaats in RVS tanks op een gecontroleerde temperatuur van 15 tot 20 graden gedurende 15 en 20 dagen. De wijn rijpt twee maanden in RVS tanks, waarna een houtrijping van 12 maanden volgt in barriques. Na de houtrijping gaat de wijn weer terug naar de RVS tanks voor drie maanden. Voordat het op de markt wordt gebracht, rijpt de wijn nog vier maanden in de fles. Lekker bij pasta met rijke sauzen. Ook heerlijk een stuk rood vlees of een mooie rijgevulde kaasplank.
Rood
Primitivo
Italië
Puglia